Maar waarom is een antwoord ja of nee?

1) Start je bij het kraken van je kwestie met dromen?

Ja, Martin Luther King zijn niet voor niets I have a dream, en niet I have a plan. Deel je droom in een persoonlijk verhaal met collega’s en het ijs is gebroken.

2) Werkt het om zoveel mogelijk collega’s van jouw idee te overtuigen?

Nee, overtuigen helpt niet. Laat mensen geen uitvoerder zijn van jouw ideeën, maar geef ieder initiatief dat bijdraagt aan de droom een kans.

3) Is durven experimenteren cruciaal om je kwestie te kraken?

Ja, je gaat samen met je team het avontuur aan, zonder vooraf te weten waar je uitkomt. Samen uitvissen of iets werkt. Een ieder vanuit zijn eigen kwaliteiten.

4) Helpen oogkleppen bij het ontleden van je kwestie?

Nee, oogkleppen af! Die van jezelf en de organisatie. Ga in gesprek. Met collega’s, leerlingen, ouders en andere betrokkenen. Ieders mening telt!

5) Plan je bij het experimenteren het traject tot in detail?

Nee, ga snel van start. Werk in periodes van vier weken. Bedenk met het team wat de kleinst mogelijke volgende stap is op weg naar de droom. Vier, evalueer en schaaf bij.

Wat maakt de no-nonsense manier echt anders?

Bij verandertrajecten starten teams vaak vanuit het probleem: Onze leerlingen zijn niet gemotiveerd. Dus vanuit iets wat ze eigenlijk niet (meer) willen. Wegkomen uit het verwenst verleden.

Terwijl andersom denken zoveel leuker is om te doen. Door eerst te kijken wat je wel wilt. Voor welk soort onderwijs komen onze leerlingen graag hun bed uit? Door te dromen over de gewenste toekomst.

Wil je het verschil zelf ervaren? Breng jouw kwestie dan op twee manieren in kaart.

&KOOT’s Quiz: Kraak je kwestie